Quantcast
Channel: AKD blog » Egbert de Groot
Viewing all articles
Browse latest Browse all 17

Wijziging van rechterlijk college na mondelinge behandeling: zaak (gedeeltelijk) opnieuw!

$
0
0

Op 31 oktober 2014 verscheen er een belangrijk arrest voor allen die civielrechtelijk procederen. Het ging in het arrest om een onteigeningszaak maar het arrest heeft een breder bereik. In het arrest oordeelde de Hoge Raad over een klacht over het feit dat na de mondelinge behandeling van de zaak de samenstelling van het rechterlijk college was gewijzigd en dit gewijzigde college vervolgens vonnis had gewezen.

Hoge Raad formuleert algemene regel
Uit het arrest volgt dat in civiele zaken als hoofdregel heeft te gelden dat een uitspraak gewezen dient te worden door het rechterlijk college in de samenstelling waarin partijen zijn gehoord. Daarvan kan slechts worden afgeweken in bijzondere omstandigheden zoals overlijden van een rechter, ziekte van een rechter, vertrek van een rechter e.d. Als deze omstandigheden zich voordoen dient dit aan partijen gemeld te worden en dienen zij in de gelegenheid gesteld te worden om – desgewenst – de zaak opnieuw toe te lichten. Een dergelijk verzoek kan alleen gepasseerd worden indien er uiterlijk met de mededeling aan partijen aangaande de wisseling van rechters een proces-verbaal van de zitting aan partijen is verstrekt én het belang van een voortvarende procesvoering zich naar het oordeel van de betreffende rechterlijke instantie verzet tegen een hernieuwde mondelinge behandeling. Deze afweging dient in de eerstvolgende uitspraak van het rechterlijk college gemotiveerd te worden. Het niet in acht nemen van voormelde regels, alsook het onjuist toepassen daarvan (waaronder het ten onrechte passeren van een verzoek om opnieuw gehoord te worden, zo komt mij voor), leidt tot vernietiging van de bestreden uitspraak in hoger beroep of cassatie. De zaak zal vervolgens integraal (in de stand van het geding voor pleidooi) opnieuw behandeld dienen te worden.

Geen uitzondering (meer) bij onteigeningszaken
Voormelde zaak betrof als gezegd een onteigeningszaak. Over dergelijke zaken had de Hoge Raad in een arrest van 11 maart 1964 (NJ 1964/182) geoordeeld dat in artikel 37 van de Onteigeningswet besloten ligt dat een vonnis alleen en zonder uitzondering gewezen kan worden door rechters die bij de mondelinge behandeling aanwezig zijn geweest. In deze zaak wordt deze strenge maatstaf genuanceerd en vindt gelijkschakeling van de onteigeningsprocedure op dit procesrechtelijke punt plaats met andere civielrechtelijke procedures.

Overgangsrecht
Behoudens voor onteigeningsprocedures waarin sprake is van directe werking omdat daarvoor reeds een strengere maatstaf gold dan in andere civielrechtelijke procedures, heeft te gelden dat de in het arrest geformuleerde regels alleen gelden voor zaken waarin na de datum van het arrest een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Voor zaken waar de behandeling reeds heeft plaatsgevonden heeft – kort gezegd – te gelden dat het aan de betreffende rechtelijke instanties wordt overgelaten om al dan niet een nieuwe zitting te bepalen.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Egbert de Groot of plaats een reactie hieronder.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 17

Trending Articles